(1906, Rotterdam, Nederland – 1974, Rotterdam, Nederland)
Willem Bos leidde een vruchtbaar kunstenaarsbestaan. Hij woonde en werkte onder andere in Rotterdam, Brussel, Antwerpen en Parijs.
Bos was autodidact. In Rotterdam werd hij niet alleen door de laad- en losactiviteiten in de havens maar ook door het scheepsvaartverkeer geïnteresseerd. Het werk van bekende Rotterdamse schilders als J.H. van Mastenbroek (1875 - 1945), Evert Moll (1878 - 1955) en Marinus de Jongere (1912 – 1978, pseudoniem voor Marinus Drulman) stimuleerde hem om de havenactiviteiten veelvuldig tot onderwerp te kiezen. Hij ontwikkelde hierbij een eigen impressionistische stijl die dicht tegen die van Marinus de Jongere aanlag. Hij schilderde, tekende en aquarelleerde naast havengezichten ook plasgezichten. Zijn havengezichten ademen die typische sfeer van de vooroorlogse haven .
Opvallend was dat Bos zelden zijn doeken in de haven maakte. Hij werkte doorgaans aan de hand van ansichtkaarten en reproducties, waaronder van zijn eigen schilderijen. Na zijn dood werden deze modellen aangetroffen rondom Bos zijn schildersezel, geconserveerd door lagen van olieverf en terpentijn, die de schilder tijdens het werk in de loop der jaren had geproduceerd.